Item gielijs stroeprock die als geleydt tot den goeden jans weyns/geheeten shazen alhier in recht gestaen heeft tegen janne vand(er)/hofstad als geleidt tot den goeden henr(ick) weyns geheeten shazen/brued(er) des voirs(creven) jans Alse vande(n) goeden gebleve(n) na de doot vande(n)/oud(er)s d(er) voirs(creven) gebruede(re)n van welker saken de scepen(en) tvo(n)niss(e) ond(er)hadde(n)/Es comen voe(r) scepen(en) van loeven(en) in volre banck en(de) heeft geloeft te/houden en(de) volcomelic tacht(er)volgen en(de) te voldoen alsulken appoenteme(n)t/en(de) concordie als tuschen de voirs(creven) geleidde met den voirs(creven) gebruede(re)n/en(de) reyne(re)n hoe(re)n medebrued(er) geschiet en(de) gemaict es gelijc goede ma(n)ne/die d(aer) ov(er) en(de) by wae(re)n dat onthouden hebben Sond(er) argelist Cor(am) roel(ofs)/abs(oloens) opp(endorp) velde pryke(re) m(er)cels julii xxvii