Item lijsbeth weduwe pauwels wilen vand(er) elst in teg(enwoirdicheit) d(er) scepen(en) van loeven/ gestaen heeft verhuert en(de) bekend dat zij verhuert heeft arnde vand(er) elst/ hoe(re)n zoen en(de) janne de smet zwag(er) desselfs arnds en(de) behuwde zoen d(er) voirs(creven)/ lijsbette(n) alle de erfgoede die de selve weduwe houdende es tot hue(re)r/ tocht inde p(ro)chie van velthem hoedanich die zijn te houden te hebben en(de)/ te gebruycken also lange als de voirs(creven) weduwe leven sal en(de) niet lang(er)/ Elx jaers dae(re)n bynnen opte(n) last d(aer) voe(r) uutgande [ten gewoenliken tide te betale(n)] en(de) voirt voe(r) en(de) om een/ gulden crone der mu(n)ten sconi(n)x van vranckrijke vie(re)ntwintich stuvers der/ mu(n)ten sh(er)togen van bourg(oign)[en] ende van brabant goet en(de) ghinge voe(r) de crone/ gerekent te kersmisse te betalen [d(er) voirs(creven) lijsbetten] alle jae(re) hoe(r) leefdage [lang] en(de) niet lang(er) en(de)/ telke t(er)mijne alse vervolghde schout abs(oloens) velde aug(usti) xx