It(em) de voirs(creven) alijt heeft quijt gescouden den voirs(creven) pete(re)n vand(er) geluften/die hij and(er)wile hoe(r) gedaen heeft voer scepen(en) van loeven(en) van af/te quiten tot seke(re)n t(er)mijne(n) vi peeters en(de) xi st(uvers) erfliker renten die zij/behielt aen huys en(de) hof met zijnre toebehoirte(n) des voirs(creven) pet(er)s/gelegen inde biestrate dwelc hij tegen d(er) voirs(creven) alijten opte(n) voirs(creven)/tsijs voirtiden v(er)cregen heeft Also v(er)re alst aengeet den tween pet(er)s/en(de) xi stuv(er)s erflic d(aer)af den tijt vand(er) afquitingen nu leden en(de) v(er)streken/es en(de) va(n) eene(n) peter erflic die hij na inhoud d(er) voirs(creven) geluften/gehouden soude sijn geweest af te quiten van s(in)[t] jansmisse lestleden/ov(er) vier jae(re)n en(de) niet voird(er) sond(er) argelist eisd(em)