It(em) hoewail de voirs(creven) brief [guedinge] begrijpt de (con)dicie van v(er)sterven(en)/op ja(n)ne oft op zijn erfgenamen So es [nochta(n)s] vorwerde dat die (con)dicie/den goidshuise vanden augustijnen alhier noch nyemande and(er)s aende/voirs(creven) rente(n) p(re)judijs dragen en sal na d(er) voirs(creven) tocht(er)ssen doot die/and(er)s na inhoudt vanden testamente willems voirs(creven) d(aer)inne sculdich/es gericht te zijn gem(er)ct dat jan meynd dat die na den selve(n)/testamente [sculdich zijn te gaen] alsoe de [voirs(creven)] vorwerde begrijpt sculdich zijn te gaen/den voirs(creven) h(er)gheerde houdende t(er) (con)trarien dat hij of zijn vors(creven)/goidshuys d(aer)af erfliede soude(n) wesen en(de) d(aer)om sal dese/guedinge alhier bliven om nyemande d(aer)mede gehynd(er)t/te worden als vanden rechte svoirs(creven) testaments tot dat den/stoot d(aer)af beslicht es behoudelic ja(n)ne of zijnen oic alsdan/de possessie vanden selven renten mids des(e) guedingen tot /dat beslicht es met rechte en(de) datmen d(er) tocht(er)ssen altijt/behulp doen sal als va(n) hoe(re)r tocht eisd(em)