Item goessen zomer woenende in thuys geheten esel in teg(enwoirdicheit)/ heeft openbairlic gekend en(de) gelijdt dat hij ov(er)gegeven heeft/ lambrechte vanden dale woenende inde broeckstrate alle trecht/ en(de) gedeelte dat hij hadde of hebben mochte inde tolle geheten/ futseltolle coren assise en(de) inde kueren d(er) stad van loeven/ gelijc en(de) in all d(er) manie(re)n de selve goessen die met gielise(n)/ van udekem lodewijcken mercx en(de) lambrechte platbroet/ tegen de stad van loeven gehuert en(de) genomen hadde Ende/ heeft geloeft de selve goessen sijn voirs(creven) recht en(de) gedeelte/ peyslic te doen en(de) laten volgen den voirs(creven) lambrechte/ vanden dale en(de) hem d(air)af tegen eene(n)yegeliken warant/ te zijn Ende heeft de selve lamb(re)cht wed(er)om geloeft hem/ alse vanden voirs(creven) tolle assisen en(de) kue(re)n gestelt inde stad/ vanden voirs(creven) goessene ende geloeft den selven goessene/ scadeloes te houden en(de) te ontheffen van allen laste die de/se voirs(creven) goessen d(air)af sculdich soude zijn te betalen en(de) oft de/ voirs(creven) goessen e(n)nigen cost oft schade hadde vand(en) voirs(creven)/ tolle assisen oft kue(re)n het wae(re) vanden p(ri)ncipalen coopgelde/ oft van coste het zij vroentcost oft ande(re)n d(air)af heeft lamb(re)cht/ geloeft hem richtinge te doen en(de) costeloes tontslaen en(de)/ tontlasten opp(endorp) prijke(re) sept(embris) xxiii

S(ententiatu)m p(er) goessuinu(m)/ smacht borch(oven)/ junii p(ri)ma a(nn)[o] lvi

S(ententiatu)m p(er) goessuinu(m)/ cor(am) opp(endorp) wijtvl(iet)/ junii x a(nn)[o] lx