It(em) henrick van pulle en(de) jouffr(ouwe) m(ar)griete vande(n)/ hornicke zijn huysvrouwe ter eend(er) en(de) jan/ vyncke ter ande(r) zijde(n) in p(rese)ncia hebbe(n) gekint/ en(de) gelijdt dat zij om te scouwen(e) alle questien/ en(de) gedinge(n) die nu oft in toecomen(de) tijden tussche(n)/ hen opverstaen soude(n) moegen aengaen(de) eene(n)/ dertich moelevate(n) corens erflijc d(aer) voe(r) de selve/ henr(ick) onlangs lede(n) op een stuc lants geheete(n)/ stercx block gelegen tee meerbeke bij ev(er)sberghe/ voir thoff des voers(creven) jans geheete(n) thoff van/ rotselair gedaicht hadde d(aer) op de voers(creven) jan/ meynde dat zij tonrechte hadden gedaicht en(de)/ des dien aencleeft mynlijc eenswordden/ en(de) v(er)accordeert zijn der pointe(n) condicie(n) ende
//
vorweerde(n) hier nae v(er)claert die zij malcande(re)n/ gelooft hebben tonderhouden(e) Ende ierst dat de/ voers(creven) jan vynck betalen(de) de voers(creven) xxxi moelevate(n)/ corens tsjairs erflijc aen den voers(creven) henr(icke) zijnd(er)/ huysvr(ouwen) hue(re)n erve(n) ende nacomelingen sal gestae(n)/ sond(er) dat de voers(creven) gehuyssche(n) oft hue(re) erfgename(n)/ en(de) nacomeli(n)gen uut saken van e(n)nighe(n) ouden/ brieve(n) oft deylinge(n) opde goede des voers(creven) jans/ in e(n)nighe(n) tijden toecomen(de) meer sal sulle(n) moege(n)/ eyssche(n) dan de voers(creven) xxxi moelevate(n) rox erflijc/ bekynnen(de) de voers(creven) gehuyssche(n) opde voers(creven) goede/ noch oic gheen ande(re) goede des voers(creven) jans vyncke/ inde prochie van meerbeke en(de) ev(er)sberghe gelege(n) meer/gheen rechts dan voers(creven) es te hebben(e) Geloven(de)/ den selve(n) ja(n)ne en(de) zijn goede niet voirde(r) dan/ voe(r) de voers(creven) xxxi mol(evaten) nu oft in toecomen(de)/ tijden aen te spreke(n) in e(n)nig(er) manie(re)n en(de) des/ heeft hen de voers(creven) jan de voers(creven) xxxi mol(evaten)/ erflijc opde voers(creven) zijn goede bekint Cor(am) g(odefrido) b(er)ge/ hove m(ar)cii iii[a]